Juinen

4 september 2017
‘Er is 2 september een triatlon in Workum’ zei ik een aantal weken geleden tegen Hanny. Ze keek een beetje moeilijk en antwoordde dat ze niet in buitenwater wil zwemmen. En kwam met een alternatief. In Ruinen wordt er die zaterdag ook één georganiseerd. En daar is het zwemmen in een zwembad. ‘Ruinen heeft vast een mooiere omgeving dan Workum, laten we dat maar doen’ lachte ik. We wachten het weerbericht nog even af, maar halverwege de week staat niets ons in de weg om in te schrijven en naar het Nationaal park Dwingelderveld af te reizen.
Zaterdag klokslag half twaalf rijden we Leeuwarden uit. Volgens de routeplanner is het  ruim een uur rijden.
Bij het zwembad aangekomen hebben we nog voldoende tijd om de routes te bekijken, een broodje te eten en een kop koffie te drinken.IMG_5073
Nadat we uitleg hebben gekregen hoe deze middag in elkaar steekt (o.a. dat je na 18 baantjes zwemmen een tik op je hoofd krijgt met een muggenklapper, wat het sein is dat je er nog twee moet), daarna over de openbare weg twee keer een rondje van tien kilometer gaat fietsen en daarna nog vijf kilometer moet rennen. Goed uitkijken, want het parcours is niet afgezet.
Om kwart voor twee klinkt het startsignaal. Na een halve baan zwemmen kom ik erachter dat ik ben vergeten op de startknop van de Garmin te drukken. Het horloge is uit de standby positie gegaan en ik neem niet de tijd om hem weer aan te zetten. In het water werkt hij trouwens toch niet goed. Na een veertien minuten (schat ik in) klim ik als allerlaatste uit het bad en dat geeft de nodige rust. De kans om bij de eerste vrouwen te eindigen is verkeken. Ik wandel even later relaxed van het terrein af met de fiets aan de hand. Binnen de poorten van het zwembad mag niet gefietst worden. Het triatlonpak bewijst weer zijn nut. Hanny is nog in de wisselzône omdat ze om moet kleden.
Op de fiets voel ik mij als een vis in het water. Ik doe het eerste rondje wel voorzichtig omdat ik niet weet wat mij te wachten staat in de zin van klinkers, drempels enzo, maar in het tweede rondje trap ik stevig door.
Als ik het terrein van het zwembad weer op rijd, wordt ik staande gehouden door een begeleider. ‘Vanaf hier lopen’ klinkt het.
Ik hoor dat ik als tweede vrouw doorkom en ben verbaasd. Ik heb wel fietsers ingehaald maar had niet altijd in de gaten of het een vrouw of een man was.IMG_5075
Het aantrekken van de loopschoenen neemt meer tijd dan voorzien. Mijn voeten zijn nog nat en ik krijg de sokken niet aan. In de tussentijd komt er een vrouw aan, zet haar fiets tegen het hek, gooit de helm op de grond en rent weg. Mij verbijsterd achterlatend over zo’n snelle wissel. Tegelijkertijd hoor ik achter mijn rug twee vrouwen praten. ‘Rustig aan, je bent een goede loopster, dus je haalt haar nog wel in’.
Inmiddels heb ik de schoenen aan, ren hard weg en merk direct dat de benen niet goed zijn. Na een paar honderd meter roept een toeschouwer: ‘dames twee, drie en vier’.  We zitten dus dicht bij elkaar.
Al vrij snel weet ik een plekje op te schuiven maar voel de hete adem van míjn achtervolgster. Even later komt ze naast me lopen. Ik vraag of ze weet of er nog verzorging komt. Nee dus. Ze biedt mij haar fles aan, die ik graag aanneem (Ik heb te weinig gedronken, een erg droge mond en geen drinken bij me). IMG_5077We blijven een poosje naast mekaar rennen en wisselen zo nu en dan enkele woorden, maar na drie kilometer moet ik haar laten gaan. Mijn benen voelen als lood. Ze loopt langzaam bij me vandaan en ik moet stiekem toch even aan Sneeuwwitje en de appel denken. Wat voor drankje zou er in de bidon hebben gezeten?
Ik blijf mijn eigen tempo lopen en als ik in de volgende bocht zie dat er genoeg voorsprong op nummer vier is, doe ik het iets kalmer aan. Ik finish als derde dame en kan daar meer dan tevreden mee zijn.
We praten na de finish nog efkes na met de andere deelnemers en dan als een speer naar huis want we hebben afgesproken om deze dag met een etentje (en een wijntje) af te sluiten.